vrijdag 3 januari 2014

Een intermezzo: Het jongetje (Helen E. Buckley)

Het jongetje

Er was eens een jongetje dat naar school ging. 
Het was maar een heel klein jongetje. 
En het was een hele grote school. 
Maar toen het jongetje 
ontdekte dat hij van buiten 
direct door een deur zijn klas in kon lopen, 
voelde hij zich gerustgesteld 
en leek de school helemaal niet zo groot meer

Op een ochtend 
toen het jongetje al een tijdje op school was, 
zei de juf tegen hem: 
“Vandaag gaan we een tekening maken.” 
Fijn, dacht het jongetje. 
Hij hield van tekenen. 
Hij kon van alles tekenen: 
leeuwen en tijgers, 
kippen en koeien, 
treinen en boten, 
Dus, hij pakte zijn kleurpotloden 
en begon te tekenen. 

Maar de juf zei: 
“Wacht even! Nog niet beginnen!” 
En ze wachtte totdat iedereen klaar was. 
“Nu,” zei de juf, “gaan we bloemen tekenen.” 
Fijn, dacht het jongetje. 
Hij tekende graag bloemen, 
en begon prachtige bloemen te tekenen 
met zijn roze, oranje en blauwe kleurpotloden. 

Maar de juf zei: 
“Wacht! Ik zal jullie laten zien hoe het moet.” 
En ze tekende een bloem op het bord. 
Een rode bloem met een groene stengel. 
“Zo,” zei ze. 
“Nu mogen jullie beginnen.” 

Het jongetje bekeek de bloem van de juf 
en keek toen naar zijn eigen bloem. 
Hij vond zijn eigen bloem mooier dan die van de juf, 
maar dat zei hij niet. 
Hij draaide alleen zijn blaadje om 
en maakte een bloem zoals die van de juf. 
Rood, met een groene stengel. 

Op een andere dag, 
toen het jongetje de buitendeur helemaal alleen had 
opengedaan, 
zei de juf: 
“Vandaag gaan we kleien.” 
Fijn, dacht het jongetje. 
Hij hield van kleien. 
Hij kon van klei allerlei dingen maken: 
slangen en sneeuwpoppen, 
olifanten en muizen, 
auto’s en vrachtwagens. 
Dus hij begon zijn homp klei 
Te kneden en te vervormen. 

Maar de juf zei: 
“Wacht even! Nog niet beginnen!” 
En ze wachtte tot iedereen klaar was. 
“Nu,” zei de juf, “gaan we een schaal maken.” 
Fijn, dacht het jongetje. 
Hij maakte graag schalen. 
En hij begon er een paar te maken 
in allerlei vormen en maten. 

Maar de juf zei: 
“Wacht! Ik zal jullie laten zien hoe het moet.” 
En ze liet de kinderen zien 
hoe ze een grote, diepe schaal maakte. 
“Zo, “ zei ze. 
“Nu mogen jullie beginnen.” 
Het jongetje keek naar de schaal van de juf 
en keek toen naar zijn eigen schalen. 
Hij vond zijn eigen schalen mooier dan die van de juf 
maar dat zei hij niet. 

Hij balde alleen zijn klei weer samen 
en maakte een schaal zoals die van de juf. 
Een diepe schaal. 
Zo duurde het niet lang 
voordat het jongetje leerde wachten 
en te kijken 
en de dingen precies zo te doen als de juf deed. 
En al gauw 
maakte hij geen dingen meer uit zichzelf. 

Maar toen verhuisden het jongetje 
en zijn ouders naar een andere stad. 

En het jongetje 
moest naar een andere school. 
Deze school was zelfs nog groter 
dan zijn oude school, 
en er was geen deur van buitenaf 
meteen de klas in. 
Hij moest een hoge trap op 
en een lange gang door 
om in zijn klaslokaal te komen. 

En de allereerste dag dat hij er was, 
zei de juf: 
“Vandaag gaan we een tekening maken.” 
Fijn, dacht het jongetje. 
En wachtte totdat de juf 
hem liet zien wat hij moest doen. 
Maar de juf zei niets 
Ze liep alleen de klas door. 

Toen ze bij het jongetje kwam 
vroeg ze: “Wil je geen tekening maken?” 
“Jawel,” zei het jongetje. “Maar wat moeten we dan tekenen?” 
“Dat weet ik niet. Ik wacht tot jij wat doet,” zei de juf. 
“Hoe moet ik het dan doen?” vroeg het jongetje. 
“Nou, precies zoals je wilt,” zei de juf. 
“En de kleur maakt ook niet uit?” vroeg het jongetje. 
“Elke kleur is goed,” zei de juf. 
“Als iedereen dezelfde tekening maakte 
en dezelfde kleuren gebruikte, 
hoe zou ik dan moeten weten wie wat gemaakt had?” 
“Dat weet ik niet,” zei het jongetje. 
En hij begon roze, oranje en blauwe bloemen 
te tekenen. 

Hij vond het leuk op zijn nieuwe school, 
ook al was er geen buitendeur 
direct naar zijn klas.

Uit dit gedicht leer ik dat het belangrijk is dat kinderen vrijheid krijgen om dingen te doen en om zelfstandig te experimenteren. Het is in de kleuterklas belangrijk dat iedere kleuter zichzelf kan zijn en zich goed in zijn vel voelt. Ik vind het belangrijk dat iedere kleuterleider of kleuterleidster hier rekening mee houd in de klas. 

1 opmerking:

  1. Dag Delphine!

    Ik vind het belangrijk dat we als juf de kinderen hun fantasie laten gebruiken. Op deze manier zal het kind zich volgens mij meer ontwikkelen. Volgens mijn voeren we best eerst een verkennend gesprek met de kinderen zodat ze toch een beeld krijgen van hoe iets eruit ziet en welke delen het voorwerp eventueel bevat. Daarna kunnen de kinderen zelf aan het werk gaan. Wanneer de activiteit ten einde loopt zal ieder kind iets persoonlijks hebben. Dit is iets waar een leerkracht moet naar streven. Het belangrijkste is dat het kind zijn eigen werk herkent!

    Groetjes Sofie

    BeantwoordenVerwijderen